Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hun [12]zaad is bestendig met hen voor hun aangezicht, en hun [13]spruiten zijn voor hun ogen. 12. Dat is, kinderen, nakomelingen. Zie Gen.9:9, en Jes.21:15, welke in het volgende worden genaamd spruiten. 13. Zie boven, hfdst.5 vs.25.